Inleiding

Vele onderzoeken uit de afgelopen decennia, wijzen uit dat discriminatie op de arbeidsmarkt een structureel probleem is. Dit onrecht treft Zwarte mensen hard, omdat het consequenties heeft voor hun sociaaleconomische positie en hun welzijn. Het probleem heeft meerdere verschijningsvormen. Zo verdienen Zwarte mensen – en zeker Zwarte vrouwen – voor gelijk werk vaak minder dan hun witte collega’s, wordt er in sollicitatieprocedures door werkgevers gediscrimineerd en blijken veel uitzendbureaus bereid op verzoek van werkgevers te discrimineren.
Hoewel steeds meer werkgevers en bedrijven zich inzetten om diversiteit onder het personeel te bevorderen, werken Zwarte mensen vaker in een voor hen onveilige omgeving waar racistische ‘grapjes’ van collega’s en andere micro-agressies aan de orde van de dag zijn. Voor veel Zwarte laagbetaalde werknemers en flexwerkers zijn er bovendien onvoldoende mogelijkheden om door te groeien in hun werk, bijvoorbeeld doordat werkgevers niet meewerken of geen budget voor scholing beschikbaar stellen.

Algemeen

A.1> Overheden moeten het goede voorbeeld geven bij het tegengaan van arbeids(markt)discriminatie:

  • Personeelsbestanden moeten een afspiegeling zijn van de diversiteit in de samenleving.
  • Gelijk werk dient gelijk beloond te worden. Medewerkers die benadeeld worden dienen dit veilig en zonder gevolgen aan te kunnen kaarten. De salariskloof moet gedicht worden en met terugwerkende kracht gecompenseerd.
  • Overheden moeten maatregelen nemen om in alle lagen van de organisatie Zwarte medewerkers te hebben.
  • Overheden moeten zorgen voor een veilige en inclusieve sfeer binnen de organisatie door o.a. een externe en onafhankelijke vertrouwenspersoon aan te stellen die expertise heeft op het gebied van racisme, discriminatie en intersectionaliteit met interculturele sensitiviteit.
  • Werkgevers en HR-afdelingen binnen de publieke sector dienen structureel trainingen en workshops te volgen op het gebied van anti-racisme, anti-vooroordelen en wit privilege en zodat zij zich bewust worden van de impact van racisme en discriminatie op sollicitatieprocedures en het functioneren van werknemers en organisaties. Deze workshops en/of trainingen dienen verzorgd te worden door (ervarings)deskundigen uit de Zwarte gemeenschap en gemeenschappen van kleur.

A.2> Er moeten op basis van het straf- dan wel bestuursrecht consequenties staan op racisme en discriminatie door werkgevers en uitzendbureaus.

A.3> Kansengelijkheid organiseren op de arbeidsmarkt om arbeidsdiscriminatie tegen te gaan.

A.4> Er moet een anti-racisme en discriminatie keurmerk ontwikkeld worden voor werkgevers en uitzendbureaus. Werkgevers en uitzendbureaus die zich schuldig maken aan discriminatie raken het keurmerk kwijt en de overheid beëindigt de samenwerking met dit bedrijf. Wanneer wordt vastgesteld dat een uitzendbureau zich herhaaldelijk schuldig maakt aan discriminatie en/of racisme, moet het uitzendbureau tijdelijk of permanent worden gesloten.

A.5> Zwarte mensen en mensen van kleur hebben een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt vanwege het bovengemiddelde aandeel flex-contracten of contracten voor bepaalde tijd. De overheid dient de arbeidspositie van Zwarte Nederlanders en mensen van kleur te versterken en hun positie op en deelname aan de arbeidsmarkt te bevorderen.

A.6> De arbeidsmarkt moet veilig, inclusief en bereikbaar zijn voor iedereen. Werknemers moeten gestimuleerd worden in hun ontwikkeling. Bevorder de in- en doorstroom van Zwarte medewerkers, door opleidingsbudgetten beschikbaar te stellen zodat men desgewenst door kan stromen naar een andere functie.

A.7> Nederland voldoet op dit moment niet aan Europese richtlijnen. Het minimumloon moet verhoogd worden naar minimaal 14 euro. Uitkeringen en AOW dienen automatisch mee te stijgen. Hierdoor gaan 1,3 miljoen Nederlanders die in armoede leven erop vooruit, onder wie een grote groep Zwarte Nederlanders en Nederlanders van kleur.

A.8> Kinderopvang moet gratis beschikbaar zijn voor alleenstaande werkende opvoeders en huishoudens met een inkomen onder het modaal. Werkgevers en de overheid moeten ervoor zorgen dat kinderopvang onderdeel wordt van CAO’s en/of arbeidscontracten.

Representatie

R.1> Overheidsinstanties moeten zorgdragen voor doorgroeimogelijkheden voor Zwarte mensen en mensen van kleur. Deze groepen zijn momenteel ondervertegenwoordigd op sleutelposities binnen de overheid.

R.2> Om scheve verhoudingen of een gebrek aan representatie in de publieke en private sector te bestrijden, moet er gebruik worden gemaakt van quota.

R.3> De publieke en private sector dienen in hun werving- en sollicitatieprocedures die inclusie inbedden en zorgen voor gelijke kansen op carrièreperspectieven.

R.4> De overheid, techgiganten en het bedrijfsleven in het algemeen, moeten investeren in de digitale geletterdheid en het digitale ondernemerschap van Zwarte kinderen en kinderen met een migratieachtergrond. Dit verkleint de kans op ongelijkheid en uitsluiting in de opkomende digitale wereld, op de arbeidsmarkt, op school, in de gezondheidszorg etc.

Monitoring

M.1> Er moeten structurele en frequente controles bij werkgevers en uitzendbureaus plaatsvinden om te onderzoeken of men zich er schuldig maakt aan discriminatie. De bevindingen moeten jaarlijks transparant gemaakt worden in een openbaar rapport.

M.2> Publieke en private organisaties die gebruik maken van datasets en algoritmen moeten deze continu toetsen op diversiteit, inclusiviteit en sociale rechtvaardigheid. Dit moet gebeuren in samenwerking en in samenspraak met Zwarte gemeenschappen en gemeenschappen van kleur.