Inleiding

Vrouwe Justitia zou blind zijn. Helaas is dit in de praktijk niet het geval. De Toeslagenaffaire is slechts één van de vele voorbeelden waaruit blijkt dat Vrouwe Justitia blind zou moeten zijn, maar dat in Nederland zelden is.
Een belangrijke eerste stap in het tegengaan van discriminatie en institutioneel racisme, is het stellen van een duidelijke norm voor de Belastingdienst, de politie, de KMar en het UWV. Deze en andere overheidsinstanties mogen nationaliteit en etniciteit geen deel laten uitmaken van een (geautomatiseerd) risicoprofiel. Dit werkt namelijk etnisch profileren in de hand.
En etnisch profileren is een vorm van institutioneel racisme, omdat het onderdeel is van overheidsbeleid en –instructies en leidt tot ongelijkheid tussen Nederlanders mét en Nederlanders zonder migratieachtergrond

Beleid

B.1> Nationaliteit en etniciteit mogen geen deel uitmaken van een (geautomatiseerd) risicoprofiel.

B.2> Briefings moeten taalkundig inclusief zijn.

B.3> De Ambtsinstructie van de politie en Koninklijke Marechaussee, waarin de regels voor de toepassing van geweld en geweldsmiddelen vastgelegd zijn, moeten stroken met de mensenrechten.

B.4> Verminder geweldstoepassingen door wetshandhavers.

  • Verbied de nekklem. De nekklem wordt steeds vaker toegepast, terwijl deze een onnodig groot risico met zich meebrengt en niet hoort bij wetshandhavers die in verbinding willen staan met burgers.
  • Schaf gebruik van de taser af. De taser is op oneigenlijke gronden ingevoerd, na een mediacampagne van de politie met feitelijk onjuiste informatie. Medialogica heeft er een schokkende uitzending over gemaakt.
  • Verhoog in de ambtsinstructie de drempel voor het inzetten van de hond. De traumatische gevolgen zijn te zien in deze uitzending van Zembla.
  • Stop met schieten ter aanhouding. Schieten ter aanhouding wordt toegestaan in de ambtsinstructie, maar is niet in lijn met de ‘Basic Principles’ van de VN. (1990, pag. 110)

B.5> Het Openbaar Ministerie moet alle zaken vervolgen, waarbij iemand overlijdt die op dat moment onder de verantwoordelijkheid viel van wetshandhaving.

B.6> Het Besluit algemene rechtspositie politie (Barp) moet dusdanig aangepast worden dat agenten makkelijker ontslagen kunnen worden bij racisme en buitenproportioneel politiegeweld.

  • Er moet een aanvulling komen op de beroepscode voor politie met heldere regels over omgangsvormen en taalgebruik, die geldt voor het contact van politieagenten onderling en voor hun contact met burgers.
  • Op het overtreden van de regels moeten eenduidige sancties staan, zoals berisping, schorsing of ontslag.

B.7> De voor boa’s geldende integriteitsregels moet zo worden aangepast, dat boa’s makkelijker ontslagen kunnen worden bij racisme en buitenproportioneel geweld.

  • Er moet een aanvulling komen op de beroepscode voor boa’s met heldere regels over omgangsvormen en taalgebruik, die geldt voor het contact van boa’s onderling en voor hun contact met burgers.
  • Op het overtreden van de regels moeten eenduidige sancties staan, zoals berisping, schorsing en ontslag.

B.8> In het Wetboek van Strafrecht moeten racisme en discriminatie worden opgenomen als strafverzwarende omstandigheden. Een wettelijke grond voor verzwaring zorgt ervoor dat racisme en discriminatie meegenomen worden in de strafeis en strafoplegging. Dit geeft een duidelijk signaal af aan de samenleving.

B.9> Het ontnemen van het Nederlanderschap bij dubbele nationaliteit is discriminatoir en moet verboden worden.

  • Maatregelen en wetgeving waaruit voorwaardelijk Nederlanderschap blijken, moeten worden ingetrokken en mogen niet meer worden ingebracht.

B.10> Papiaments is, net als Fries, één van de officiële talen binnen het Koninkrijk. In de rechtbank moet het daarom mogelijk zijn om in het Papiaments te spreken, zoals dat ook voor het Fries geldt.

B.11> Ongedocumenteerden, vluchtelingen en asielmigranten moeten onvoorwaardelijk en gegarandeerd in hun basis levensbehoeften worden voorzien. De detentiecentra moeten sluiten omdat hier geen menswaardig bestaan mogelijk is.

B.12> De verplichte inburgeringscursus moet gedekoloniseerd worden. De inburgeringscursus ontneemt Zwarte mensen en personen van kleur de kans op een eerlijke en oprechte kennismaking met Nederland. Nieuwkomers als (politieke) vluchtelingen en asielmigranten dienen waardig behandeld te worden en in staat gesteld worden om deel te nemen aan de samenleving. De overheid moet zorgen voor kosteloze en vrijwillige taalcursussen, zonder inburgeringsplicht.

Organisatie

O.1> Er moet een onafhankelijk bureau komen dat alle klachten behandelt die gaan over de politie, de Koninklijke Marechaussee en boa’s. Het kan niet zo zijn dat de slager zijn eigen vlees keurt.

O.2> Meldingen over delicten met een element van discriminatie of racisme, moeten binnen de systemen van de politie en het OM, ook de classificatie discriminatie/racisme krijgen, in het belang van uniforme registratie.

  • Er moet een speciale afdeling bij de politie worden ingesteld die aangifte van racisme en discriminatie opneemt en die bestaat uit experts uit Zwarte gemeenschappen en gemeenschappen van kleur.
  • De personeelsbestanden van het OM en van de rechtspraak moeten, na inclusieve werving en selectie met ruimte voor aanvullende opleidingen, een afspiegeling zijn van de gehele samenleving.

O.3> Er dienen op het gebied van anti-racisme, anti-vooroordeel en wit privilege structureel trainingen en workshops gefaciliteerd te worden door deskundigen uit de Zwarte gemeenschap en gemeenschappen van kleur, voor alle discriminatie-officieren, meldpunten en beleidsmedewerkers.

O.4> In buurten met Zwarte gemeenschappen en gemeenschappen van kleur, moeten wetshandhavers community-stage lopen (inburgeren) voordat zij er aan het werk gaan, om de omgeving en cultuur van de betreffende wijk te leren kennen.

O.5> Alle wetshandhavers die in direct contact staan met burgers, moeten een vooroordeel-test doen, gegeven door experts en ervaringsdeskundigen uit de Zwarte gemeenschap en gemeenschappen van kleur.

Toezicht en monitoring

T.1> Er moet een integriteitsbureau komen dat, onafhankelijk van het ministerie van Justitie en Veiligheid, het OM en de politie, interne en externe misstanden onderzoekt binnen het justitieel apparaat en toezicht houdt op het afhandelen van deze misstanden.

  • Er moet onderzoek komen naar de besluitvorming binnen het OM, over het al dan niet vervolgen van racisme- en/of discriminatiemeldingen.
  • Bij de politie en het OM moet extern gecontroleerd worden ofer effectief wordt opgetreden tegen racisme en discriminatie.
  • Politie en OM moeten extern getoetst worden op het effectief optreden bij aangiftes over racisme, discriminatie en (seksueel) geweld.

T.2> Er moet onderzoek komen naar hoe veilig de werkomgeving is voor Zwarte politieagenten en andere wetshandhavers van kleur.

T.3> Resultaten van een onderzoek naar beleving mogen niet meer gepresenteerd worden als een onderzoek naar feiten. Op dit moment zijn verschillende verzoeken tot ruimere bevoegdheden en uitbreiding van geweldsmiddelen bij politie en boa’s gebaseerd op incorrecte informatie en moeten maatschappelijke organisaties de Tweede Kamer hier achteraf op wijzen.

T.4> Het ministerie van Justitie en Veiligheid moet publieke verantwoording afleggen door per kwartaal geanonimiseerde data te publiceren die inzicht geven in contacten van wetshandhavers met burgers.

  • De data moet informatie bevatten over: etniciteit van burgers, aanleiding en uitkomst van het contact, verwondingen en overlijdensgevallen.
  • Interne onderzoeken naar racisme en politiegeweld moeten geanonimiseerd publiek worden gemaakt.