Inleiding

De schadelijke impact van racisme en discriminatie op de psychische en fysieke gezondheid van Zwarte mensen en mensen van kleur is groot. De dagelijkse stress, dreiging en geweld, zorgt volgens Amerikaans onderzoek uit februari 2021 voor een snellere veroudering van Zwarte mensen. Zij zijn onevenredig vaak ziek en lijden vaker aan mentale aandoeningen. Bovenop de aanwezige klachten krijgen zij te maken met vooroordelen, discriminatie en racisme wanneer zij medische hulp zoeken. De huidskleur is geen directe, biologische oorzaak. Maar vanwege (sociaal-economische) ongelijkheid en uitsluiting is er meer armoede onder Zwarte mensen en hebben zij minder mogelijkheden en minder perspectieven.

De zorg die Zwarte mensen krijgen is in veel gevallen niet de zorg die ze nodig hebben, omdat uit wordt gegaan van de witte norm, in een dominant westers diagnostisch systeem. En terwijl werken in de zorg voor iedereen stressvol is, krijgen ook Zwarte zorgmedewerkers te maken met o.a. institutioneel racisme en discriminatie door patiënten. Om mensen beter te maken in plaats van zieker, moet racisme en discriminatie in de zorg en in de gezondheidszorg worden bestreden.

Algemeen

A.1> Onderzocht moet worden wat de positie is van Zwarte mensen in de zorg:

  • invloed van racisme en discriminatie op wachtlijsten en personeelstekorten in de jeugdzorg;
  • invloed van racisme en discriminatie op diagnoses en/of behandelingen;
  • gevolgen van racisme en discriminatie op de algehele gezondheid van Zwarte mensen.

A.2> De geneeskunde moet personalised medicine praktiseren. Dat is een benadering waarin rekening gehouden wordt met de variabelen binnen omstandigen en de individuele patiënt. In de dermatologie bijvoorbeeld, kunnen diagnoses verkeerd uitpakken doordat huidziektes zich anders tonen bij Zwarte patiënten en patiënten van kleur.

A.3> Vooroordelen en stereotyperingen door zorgprofessionals en -instellingen moeten bestreden worden. Dit kan leiden tot verkeerde diagnoses en het onderschatten of zelfs negeren van klachten.

A.4> De gezondheidszorg dient beter toegankelijk te zijn voor Zwarte ongedocumenteerde vluchtelingen.

A.5> De Nederlandse taal mag niet werken als uitsluitingsinstrument binnen zorg en welzijn. De tolken zijn, vanwege het beleid en bezuinigingen, niet meer beschikbaar. Veel Zwarte mensen zijn door taalproblemen ook minder goed op de hoogte van het Nederlandse zorgsysteem.

Beleid

B.1> Intercultureel management is het instrument waarmee het intercultureel bewustzijn wordt geoptimaliseerd en daarmee het handelen beter is afgestemd op de verschillende personen met zorgbehoeften. Intercultureel management mag geen vrijblijvend beleidsinstrument zijn. Er dient sprake te zijn van intercultureel management in elke bedrijfstak binnen zorg en welzijn. Of het nu gaat over de thuiszorg, de mantelzorg, de gehandicaptenzorg of de medische zorg.

B.2> Mensen kunnen niet los gezien worden van hun culturele context. De benadering in de zorg dient in alle opzichten intercultureel te zijn. Dat wil zeggen:

  • beschikken over de juiste managementinformatie, heldere en toegankelijke informatie voor de hulpvrager en het zorgaanbod dient aangepast te worden aan de multiculturele samenleving.
  • Het personeelsbeleid is een afspiegeling van de omgeving. Hieruit volgt dat de bejegening en de behandeling afgestemd is op de achtergrond en cultuur van cliënten en moet meegewogen, erkend en toegepast worden in de lichamelijke en mentale behandeling van cliënten.
  • Opleiding, innovatie en onderzoek vanuit het intercultureel perspectief is een essentieel onderdeel van het intercultureel management.

B.3> Zorg moet betaalbaar zijn, zeker gezien de gemarginaliseerde positie van veel Zwarte zorggebruikers en zorggebruikers van kleur.

B.4> Zorg door Zwarte zorgprofessionals, zoals transculturele therapie, moet in alle gevallen onderdeel worden van het basispakket en volledig vergoed worden, mocht hier de voorkeur van de zorggebruiker naar uit gaan. Verzekeringsmaatschappijen mogen niet langer in staat zijn om de keuzevrijheid hierin te beperken.

B.5> Er moeten consequenties volgen bij discriminatie of racisme door patiënten, medewerkers of instellingen naar Zwarte zorgverleners. Patiënten moeten hulp van Zwarte zorgverleners niet mogen weigeren.

B.6> Culturele competenties en interculturele zorg moet breder onderwezen en ingezet worden in zowel de somatische als de geestelijke gezondheidszorg.

B.7> In alle lagen van de (geestelijke) gezondheidszorg dienen medewerkers en leidinggevende verplichte sensitiviseitsstrainingen op het gebied van LHBTQIA+, anti-racisme, anti-vooroordelen, anti-seksisme en anti-validisme te volgen.

Organisatie

O.1> Erken diversiteit binnen zorg en welzijn, met extra aandacht voor de culturele en religieuze verschillen.

O.2> De 1,42 miljoen zorgmedewerkers en leidinggevenden, moeten streven naar inclusie, sociale rechtvaardigheid en anti-racistisch zijn.

O.3> De zorgmedewerkers moeten een representatieve afspiegeling zijn van de (lokale) patiëntenpopulatie.

O.4> Raciale theorieën en terminologie zoals ‘negroïde ras’ moeten geschrapt worden uit de richtlijnen.

O.5> Regionale, provinciale en landelijke zorginstellingen dienen quota in te stellen voor het aannemen van Zwarte zorgprofessionals en andere gemarginaliseerde groepen in het team, in leidinggevende functies, in directies en in toezichthoudende organen.

O.6> Om de veiligheid, toegankelijkheid en de toestroom van Zwarte studenten aan medische opleidingen te bevorderen, dient het toelatingsbeleid intercultureel te zijn. Verder dient het eurocentrische curriculum (literatuur en methodiek) vervangen te worden door een sociaal rechtvaardiger en inclusiever curriculum met aandacht voor kennis en kunde uit andere werelddelen.

O.7> Er moet een landelijk onderzoek komen naar de racistische ervaringen, doorstroommogelijkheden, behoeften, promotie en onderbetaling van Zwarte zorgprofessionals. Dit moet worden opgevolgd door een actieplan waarmee de opleidingen en de werkvloer veiliger, eerlijker, inclusief, representatief en herkenbaar worden gemaakt voor Zwarte patiënten.

O.8> Betrek Zwarte zorgprofessionals en studenten en (ervarings)deskundigen als samenwerkingspartners en patiënten bij relevante onderzoeken, met name met betrekking tot de zorgbehoeften van Zwarte mensen, vanaf de voorbereidingen tot en met de uitvoering.

O.9> Er moet meer onderzoek komen naar ziekten die voornamelijk voorkomen bij Zwarte mensen en mensen van kleur, zoals sikkelcelziekte. Deze ziekten dienen in dezelfde mate of gelijke mate gefinancierd te worden als ziekten met een gelijke impact die voornamelijk bij witte mensen voorkomen.

O.10> Overkoepelende organisaties die een rol spelen in de positieverbetering van mensen met een chronische ziekte of lichamelijke beperking, zoals Patiëntenfederatie Nederland, Ieder(in), PGO Support en JongPit, moeten op alle niveaus zorgdragen voor representatie van Zwarte leden en medewerkers, inclusief management, directies en toezichthoudende organen.

O.11> Er moet onderzoek komen naar de mantelzorg van of door Zwarte mensen, en specifieke behoefte van Zwarte mantelzorgers. ook moet onderzocht worden of de reguliere mantelzorgondersteuning voldoende toegepast is op Zwarte mensen. De weekenden en vakanties voor de mantelzorg moeten inclusief en intercultureel zijn.