Inleiding

Onze sociaal-economische status (SES) is de plaats die we innemen op de maatschappelijke ladder, bekeken vanuit een sociaal en economisch gezichtspunt. De SES wordt bepaald door ons opleidingsniveau, beroep, inkomen en/of rijkdom en hangt nauw samen met armoede, schulden, bestaanszekerheid, participatie en (sociale) uitsluiting.

Mensen met een lage SES hebben vaker problematische schulden, ervaren vaker armoede- en gezondheidsproblemen en leven gemiddeld genomen zes jaar korter en vijftien jaar in minder goede gezondheid. Mede door de structurele ongelijkheid, de doorwerking van het koloniale verleden en het institutionele racisme in de samenleving, zijn Zwarte mensen oververtegenwoordigd in deze cijfers.

Er ontstaat een steeds grotere tweedeling in de maatschappij waarbij bepaalde groepen systematisch ongelijke behandeling ervaren. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid constateert dat de overheid met al haar procedures, wetten en regels voor een grote groep mensen ontoegankelijk is, ondanks de politieke en beleidsmatige aandacht. In bepaalde gevallen blijkt de overheid de problemen en schulden zelfs mede te veroorzaken.

Zo krijgen Zwarte mensen en mensen van kleur vaker het brandmerk van fraudeur. De Toeslagenaffaire is één van de vele voorbeelden van beleid waarmee de overheid discrimineert en mensen op financieel, medisch en sociaal vlak zwaar in de problemen brengt.

De Participatiewet is een ander voorbeeld. In de uitwerking van deze wet blijkt dat mensen meer plichten dan rechten hebben. Er is hierbij sprake van wantrouwen vanuit de overheid naar burgers en niet zelden wordt de privacy van hulpbehoevenden structureel geschonden. De ondersteuning die initieel bij de Participatiewet werd geboden, in de vorm van een jobcoach en trainingen, is wegbezuinigd. Mensen die het Nederlands in mindere mate beheersen, krijgen niet op adequate wijze hulp bij het vinden van een baan.

De overheid moet haar verantwoordelijkheid voor een meer inclusieve maatschappij aanvaarden en met een actieplan komen.

Algemeen

A.1> Armoede en schulden gaan hand in hand. Het stapelen en opkopen van boetes moet worden verboden. Deze praktijken zijn onethisch en duwen mensen verder in de schulden. Er mag geen winst gemaakt worden op schulden.

A.2> Vanuit het oogpunt dat iedereen in Nederland gelijk is, bepleiten we dat er een regeling komt voor ouderen met een migratieachtergrond die een AOW-gat hebben, te beginnen met ouderen die afkomstig zijn uit (voormalige) landen binnen het Koninkrijk (Aruba, Bonaire, Curaçao, Indonesië, Saba, Sint Eustatius, Sint Maarten en Suriname).

A.3> Incassobureaus en deurwaarders danken grotendeels hun verdienmodel aan schuldenproblematiek van mensen. Dit systeem is aan hervorming toe zodat schulden niet verdubbelen enkel vanwege deze kosten.

A.4> Investeer in een duurzame en rechtvaardige circulaire economie in alle landen en bijzondere gemeenten binnen het Koninkrijk en implementeer deze samen, op gelijkwaardige basis, met de overheden binnen het Koninkrijk.

A.5> Koppel straf- c.q. bestuursrechtelijke consequenties aan racisme en discriminatie bij o.a. het onterecht niet verstrekken van een huurwoning, hypotheken en leningen. Werkgevers die discrimineren en discriminatie faciliteren vallen hier ook onder.

A.6> De schone lei uit de Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp) moet makkelijker en sneller bereikbaar zijn.

A.7> We pleiten voor een meer menselijke maat, persoonlijke benadering en perspectief in de schuldhulpverlening; meer en snellere schuldsanering en minder langdurige schuldbemiddelingstrajecten.

A.8> Kinderopvang moet gratis zijn voor alleenstaande werkende opvoeders en huishoudens met een inkomen onder het modaal. Kinderopvang moet onderdeel worden van het arbeidscontract. Werkgevers en de overheid moeten hiervoor zorgdragen.

A.9> De Participatiewet werkt armoede in de hand en is dringend aan herziening toe. Daarnaast is er een omvangrijk onderzoek nodig naar de sociaaleconomische gevolgen van de Participatiewet om in een nieuw stelsel herhaling van fouten als discriminatie, uitsluiten, ongelijkheid en armoede, te voorkomen.

A.10> Wanneer het innen van problematische schulden meer kost dan de schuld zelf, moet de schuld of het deel boven de nominale schuld onder bepaalde voorwaarden worden kwijtgescholden.